171
12 FEBRUARI 1981
dergelijke van enige steun worden voorzien. Op
enigerlei wijze moet blijken dat een dergelijk
stuk voldoende instemming heeft. Het is niet de
bedoeling dat men een motie indient öm een motie
in te dienen en bovendien kan ook door het normaal
stellen van vragen die niet in een motie zijn
neergelegd, een bevredigend antwoord worden ver
kregen. Hiermee heb ik aangegeven hoe de opvattin
gen in het college zijn en ik denk dat de raad
zich daarover straks maar moet uitspreken.
Ad 6, amendement-Oomen (toezending commissie
verslagen)
Het college heeft tegen toezending van de
commissieverslagen aan de leden van de gemeente
raad geen bedenkingen, hoewel het die toezending
weinig praktisch en misschien ook weinig zinvol
acht. Overigens moet erop worden gewezen de
heer Oomen zal te dien aanzien een wijziging aan
brengen dat een dergelijke bepaling geen be
trekking kan hebben op de verslagen van besloten
vergaderingen. Die uitzondering moet bepaald wor
den gemaakt en als ik het goed heb begrepen heeft
de heer Oomen in zijn gewijzigde amendement de be
sloten vergaderingen dan ook uitgezonderd.
Ad 7, motie-Oomen (roken in raads- en commis
sievergaderingen)
Ik meen dat moet worden erkend dat het af
schaffen van het roken op vrijwillige basis, het
geen de bedoeling van een aantal uwer was, niet,
althans niet volledig, is geslaagd. Blijkbaar om
die reden is nu een motie ingediend, in de vorm
van een verzoek aan het adres van het college van
burgemeester en wethouders. Ik ben van mening
dat is ook het oordeel van het college dat de
raad zich hierover maar moet uitspreken. De motie
van de heer Oomen zal overigens in zoverre worden
veranderd ik zeg het nu even met mijn eigen
woorden dat niet meer het opnemen van een rook
verbod in het reglement van orde wordt verlangd.
Het is niet meer de bedoeling dat er in het regle
ment van orde een artikel wordt opgenomen waarbij