14 DECEMBER 1981 1723 geval zal zijn met de eventueel in te dienen mo ties en amendementen op de begroting 1982, waarom trent ik u een verzoek heb gedaan in mijn brief van 4 december jongstleden. De heer EISSENS: Alhoewel het niet in onze lijn ligt ons in te laten met bovengemeentelijke zaken menen wijdat de situatie in Polen een uit zondering toestaat. Onze fractie zou zich willen voegen bij al degenen die terecht uitdrukking heb ben gegeven aan hun grote verontwaardiging, omdat in deze 20e eeuw in Europa de jonge wortels van een groeiende democratie worden uitgerukt en een militair bewind via een staat van beleg de Polen weer monddood tracht te maken. Het is te verwach ten dat de Polen wederom zullen vechten voor hun vrijheid, zoals ze dat ook in vorige situaties ge daan hebben. Met ingehouden woede en onmacht af wachtend zullen wij, mede om erger te voorkomen, hopen en bidden dat deze situatie zich toch ten goede mag keren en er een modus vivendi zal worden gevonden. Wat mogen wij dan in de schaduw van deze gebeurtenis ons gelukkig prijzen dat het de "vrij heid" is die onze politieke partijen bindt. Ik denk dat wij daar vaker bij stil zouden moeten staan om onder de noemer van de vrijheid te trach ten elkaar in ons doen en laten te respecteren in plaats van barrières voor elkaar op te werpen. Het is een open deur intrappen te constateren dat deze algemene beschouwingen al weer de laatste zijn in deze raadsperiode. Het kan dan ook niet anders dan, daar waar er over "terugblikken" wordt gesproken, we verder zien dan het achter ons lig gende jaar en daar waar we spreken over "vooruit zien", dat over de grens van september 1982 heen zal zijn. Ondanks toch niet geringe problemen in deze periode kunnen wij toch met enige tevredenheid con stateren dat het programakkoord, dat wij als lei draad voor ons handelen hebben gekozen, op hoofd punten nagenoeg uitgevoerd is of in uitvoering is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1723