1736 14 DECEMBER 1981 eens dat er lang, wellicht te lang, gepraat was en dat men nu eens aan het werk moest gaan. We zijn nu een jaar verder en worden uitgenodigd nog weer eens te gaan praten over de verordeningen. Wij vragen ons afis het langer verantwoord zo door te gaan? Het enige dat we kunnen constateren is dat er veel tijd verloren is gegaan, veel geld be steed is en dat met een zeer mager resultaat. Je zou met een uitspraak van Churchill parafraserend kunnen zeggen: zelden is zoveel tijd verdaan door zovelen, met zo weinig resultaat ten behoeve van zo weinigen. Het voortduren van deze situatie be gint voor onze fractie vrijwel onaanvaardbaar te worden. Welke concrete initiatieven denkt u in dit opzicht te nemen? Dan het onderdeel "werken". In de prioritei tenreeks van wonen, werken, welzijn en milieu wordt naast het wonen ook het werken door onze fractie als hoofdprioriteit aangemerkt. Werken heeft een zeer duidelijke positieve relatie met wonen aangezien de uitvoering van ons bouwprogram ma gunstige effecten zal hebben op de werkgelegen heid. Daarnaast kan werken een duidelijke bijdrage aan het welzijn van de mensen geven; dat moet het ook doen. Met milieu daarentegen zou werken in een conflictsituatie kunnen raken. Het is de taak van college en raad bij voorkomende gevallen de schade zoveel mogelijk te beperken en telkenmale tot een duidelijke afweging van belangen te komen. Als wij over werkgelegenheid praten, past ons als gemeentebestuur natuurlijk enige bescheiden heid. Immers, de huidige terugval waarmee wij in economisch opzicht te maken hebben en die in werk loosheid resulteert, is een internationaal pro bleem. Het is bovendien een probleem dat in wes terse, in de communistische en de derde wereld volkomen verschillende effecten heeft en ook in de westerse wereld is de aanpak van het probleem vol komen verschillend. Wij hebben te maken met Enge land en de Verenigde Staten die van een krap-geld politiek uitgaan, met Frankrijk welk land via

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1736