14 DECEMBER 1981
1737
overheidsinjecties in de economie tot oplossingen
probeert te komen en een land als de Bondsrepubliek
dat een mengvorm daarvan als remedie probeert toe
te passen. Het is in dit verband gelukkig dat er
een E.E.G. is, want wij kunnen er nationaal gezien
niet zoveel aan doen. Bovendien zal het elke kran
telezer duidelijk zijn, dat ook nationaal de opi
nies over de aanpak sterk verschillen. Dat bete
kent zoals gezegd dat wij als gemeente bescheiden
moeten zijn en ons er goed van moeten vergewissen
wat wij wel en niet kunnen. Als wij onze bijdrage
aan het oplossen van de problematiek relativeren,
moeten wij daarbij wel heel nadrukkelijk aanteke
nen dat de betrekkelijkheid van onze mogelijkheden
nooit mag leiden tot onverantwoordelijkheid, laat
staan tot berusting. De mogelijkheden die wij heb
ben zullen we maximaal moeten gebruiken.
In dit opzicht kun je zeggen dat de gemeente
een viertal taken heeft, althans dat zich in de
gemeentetaak een viertal aspecten duidelijk afte
kent. Die vier aspecten zijn de volgende.
In de eerste plaats is de gemeente werkgever,
in de tweede plaats heeft de gemeente een stimule
rende taak, in de derde plaats doet de gemeente
aan conditionering men spreekt tegenwoordig van
voorwaardenscheppend beleid of zelfs randvoorwaar-
denscheppend beleid en verder kan de gemeente
in politiek opzicht werken als een pressiegroep
binnen grotere politieke verbanden. Ik zal deze
vier mogelijkheden kort aanstippen.
Als gemeente zijn wij de grootste werkgever
binnen onze gemeenschap, wij hebben 2000 werkne
mers. Velen van hen voelen zich onzeker en angstig
over de continuïteit van hun werkgelegenheid. Wij
denken dan dit in het kader van de H.U.G.
dat wij ons in de toekomst meer moeten richten op
herschikking en rationalisering dan op afbouw.
Daarnaast kan deeltijdarbeid waarvan de omvang
nog niet te voorzien is een bijdrage leveren
tot een betere verdeling van de arbeid. Zij moet
daarom waar mogelijk gestimuleerd worden met