1750
14 DECEMBER 1981
De heer CRUL: Dat vraag ik mij af! Hij heeft
wel eens gezegd dat hij rood is, maar of dat waar
is weet je natuurlijk nooit. Omdat wij niet of
althans in onvoldoende mate kunnen zorgen voor
datgene waarom Gerard van Herpen vraagt heb ik
een boekje voor hem gekocht de omslag is fel
rood waarin 400 moppen staan die hij aan
vrienden en kennissen kan vertellen. Dat boekje
zou ik nu aan Gerard willen overhandigen. Mis
schien kunt u de vergadering af en toe eens schor
sen en Gerard de gelegenheid geven uit het boekje
een paar moppen voor te lezen.
De heer Crul biedt het boekje aan de heer
Van Herpen op de perstribune aan.
De heer CRUL: Daarvoor hebben wij nu in ie
der geval gezorgd. U moet maar zien, mijnheer de
voorzitter, wanneer u het voorlezen van een mop
te pas vindt komen.
Ten tweede zouden wij bij deze algemene be
schouwingen een stukje balans en een stukje toe
komst aan de orde willen stellen. Daarbij willen
wij de samenwerking tussen college en raad alsme
de het functioneren van de raad bespreken.
Ten eerste de samenwerking in het college.
In 1978 hebben wij voor deze periode een program
akkoord opgezet dat gebeurde nog in een perio
de van groei waarin wij hoofdlijnen hebben
aangegeven. Dat hebben wij niet zo geweldig con
creet gedaan, er waren nogal wat open kwesties
die wij in de loop van deze raadsperiode zouden
moeten regelen, maar wij hebben er toch in rede
lijke mate mee kunnen werken. Bij het realiseren
van het programakkoord is de P.v.d.A. ervan uit
gegaan, dat de politieke stellingname, argumenta
tie en onderbouwing voor een collegiale opstelling
bepalend zijn. Het aantal raadsleden is daarbij
natuurlijk wel van belang, maar het zou in feite
ondergeschikt moeten zijn. In deze periode hebben
wij in de praktijk ervaren, dat het C.D.A. toch