1764 14 DECEMBER 1981 voldoende groot is en subsidies inderdaad ten goede komen aan de meest kwetsbare bevolkings groepen. De P.v.d.A. vindt verder dat de gemeen teraad het democratisch gehalte van besturen van particuliere instellingen kritisch moet volgen en eisen moet stellen ten aanzien van de samenstel ling. De H.U.G.-operatie en de welzijnsplanning geven ons daartoe mogelijkheden. Nu al wil de P.v.d.A.-fractie duidelijk maken, dat de zogenaam de zachte sector werkt aan een aantal van de meest harde maatschappelijke problemen. Bezuinigingen in deze sector mogen slechts zeer goed beargumen teerd op de juiste plekken plaatsvinden. Nieuwe beleidslijnen, juist gericht op de harde maat schappelijke problemen, mogen daarbij op onze ver dediging en stellingname rekenen. De P.v.d.A.- fractie is tenslotte van oordeel, dat in de wel zijnssector sneller dan nu het geval is samenhang moet worden gebracht, ook voor wat betreft de ge meentelijke organisatie, om met name de kwaliteit te verhogen. Alleen dan is het mogelijk de proble men van de burgers integraal en goed op te lossen. Voorts het milieu. Gelukkig bleven wij ver schoond van Lekkerkerkse toestanden, hoewel deze toestanden, die van Uniser en dichter bij huis de vuilstort Bavel onze aandacht vroegen en ons met de neus op de feiten drukten. Wij pleiten voor een actief beleid, vooral gericht op het bewust maken van de burger en op preventie. Wij stellen hiero ver een aantal vragen: - hoe staat het met de milieu-organisatie die toch al rond zou moeten zijn? - hoe zal in de kosten voor de wettelijk opgeleg de taken, die nauwelijks zijn op te brengen, worden voorzien? - wat is er de reden van dat het nogal stil is wat betreft de energiebesparing en de daaraan gekoppelde isolatieplannen en het woonlasten- onderzoek? Vervolgens de H.U.G. De drie prioriteiten in het kader van de H.U.G. onderschrijven wij. Wij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1764