1778
14 DECEMBER 1981
van inkomsten komt uiteindelijk op de schouders
van de burger terecht en dat die het moeilijk
heeft, hebben we recentelijk duidelijk gezien door
de problematiek, welke is ontstaan bij de invorde
ring van de energie- en waternota's.
Daarnaast moeten we onze ogen niet sluiten
voor het feit, dat de landelijke overheid de ko
mende jaren te maken krijgt met verminderde in
komsten vanuit het bedrijfsleven en dat een deel
van deze effecten ongetwijfeld door het rijk op
de lagere overheden zal worden afgewenteld. Wij
zien dat thans alom gebeuren door het afstoten
van taken van het rijk naar de gemeenten, zonder
dat daarmede een nieuw financieel kader bij de
gemeente wordt geschapen. Extra druk op de midde
len zullen we de eerstkomende jaren zeker moeten
verwachten. Hoe pijnlijk het ombuigingsstelsel
van het rijk voor de gemeenten ook is, het is ge
richt op financieel-economisch herstel in het be
lang van de werkgelegenheid. Ook dit kabinet heeft
daaraan de hoogste prioriteit toegekend. Dat neemt
niet weg, dat de wijze waarop het beleid ten op
zichte van de lagere overheden wordt uitgevoerd
zeker voor correcties vatbaar is. Ik kom daarop
straks terug. Het betekent eveneens, dat verdere
beperking van de groei van de gemeentelijke uit
gaven geboden is om bij een verminderde stijging
van de inkomsten toch een sluitende begroting tot
stand te brengen. Een kritische doorlichting van
de gemeentelijke uitgaven en het gemeentelijk ta
kenpakket is dan ook dringend nodig.
Toen het er in het verleden naar uitzag dat
de bomen tot de hemel groeiden, hebben wij maar
al te vaak vrij gemakkelijk allerlei taken op de
schouders van de gemeente geladen. Onlangs is
hierop in de commissie financiën ook nog gezin
speeld. Alle structurele effecten daarvan wegen
nu vaak des te zwaarder. Het is voor u geen ge
heim, dat onze fractie altijd kritisch is geweest
bij het formuleren van nieuwe gemeentelijke taken.
Dat werd door anderen wel eens afgespiegeld als