1784
14 DECEMBER 1981
achterdeur de verkoop van woningwetwoningen willen
binnenhalen. Het is ook niet zo, dat de V.V.D. de
mensen in grotten wil laten wonen. Uitgangspunt
bij deze discussie zou in ieder geval moeten zijn,
dat de woning bouwkundig in orde zal moeten zijn
als de bewoner de wens te kennen geeft tot aankoop
ervan over te gaan. Op deze manier zouden wij mid
delen kunnen vrijmaken voor hetgeen overigens in
de woningwetsector dringend noodzakelijk is. In
dezen zou ook het profijtbeginsel, de goede zorg
die iemand voor zijn huis heeft, meer tot de ver
beelding moeten spreken.
De inzet van buurtopbouwwerk zou in ieder
geval kunnen dienen in het mede verzorgen van
bouwvergunningen, terwijl mankracht van openbare
werken misschien service zou kunnen verlenen in
de advisering. Wij vragen dit juist in het belang
van de bewoners in deze wijken, waarvoor de pro
cedures gewoon te lang duren, voor mensen die af
haken, die problemen krijgen met buurtgenoten van
wege het zitting hebben in een renovatiecomité,
ambtenaren die weer vinden dat iedereen iedereen
voor de voeten loopt en raadsleden die veel te vaak
worden opgeroepen voor zakenwaarvoor zij in prin
cipe niet zijn ingehuurd.Niet dat de V.V.D. niet
de wijk in wil, de praktijk leert u anders, maar
wij zijn geen juristen en geen bouwkundigen, al
hoewel ook wij ons weieens afvragen hoe het moge
lijk is, dat een aantal zaken gewoon is blijven
liggen of zeer, zeer slordig is afgewerkt.
Nu is het vaak zo, dat de huurverhoging en
de verbetering niet in relatie staan tot datgene
wat de mensen ervan verwachten. Gevolg is, dat
men na jaren onderhandelen, verslechteren van de
woonkwaliteit, uiteindelijk kiest voor onderhoud.
Gevolg: teleurstelling, om niet te spreken van on
vrede van en voor onze bewoners en verlies van de
voorbereidingskostenAls u nu vraagt of de V.V.D.
een oplossing voor deze problematiek heeft moeten
wij "neen" zeggen. Wel willen wij stellen dat het
beleid meer zou moeten inspelen op de aanwezige