12 FEBRUARI 1981 178 van het college dat de directe relatie tussen raadsvergaderingen en commissievergaderingen enigszins wordt losgelaten, een ontwikkeling die wij toejuichen omdat wij altijd al de opvatting hebben gehad dat de commissies als adviescommissie voor het college bedoeld zijn. Door de commissies in een eerder stadium bij de discussie over nog voorlopige standpunten in te schakelen krijgt het college een beter beeld van de bestaande opinies en kan het bovendien nog eens bijsturen. De laat ste maanden hebben we in diverse commissies en ik denk dan nog maar alleen aan de commissies waar van ik zelf deel uitmaak voorbeelden gezien van de manier waarop vroegtijdige inschakeling van de commissie kan verlopen. Juist omdat wij het toe juichen als de opvattingen in de commissies vroeg tijdig worden gepeild, zullen wij de motie van me vrouw Saelman steunen. De in de motie voorgestelde besluitvorming komt er namelijk op neer dat aan onze wensen in dit opzicht wordt voldaan. Vervolgens nog iets over het roken. De heer Taks heeft in eerste termijn een aantal opmerkin gen over het gebed gemaakt, waarbij hij over het respecteren van een minderheid, verdraagzaamheid etcetera heeft gesproken. Zonder dat de vergelij king helemaal opgaat, wijs ik erop dat dergelijke woorden bij het roken evenzeer van toepassing zijn De meeste moeite hebben wij met het amende ment van de heer Garritsen (nr. 1). Onze gehele fractie staat achter dit amendement: zij is het ermee eens dat het gebed uit het reglement van or de moet worden geschrapt. Mocht het amendement niet worden aanvaard, dan zal de gehele fractie zich achter het "zachtere" amendement (nr. 11) van mevrouw Saelman scharen, een amendement waarin wordt bepaald dat er stilte zal worden gevraagd. Wij hebben in de fractie een lange en moeilijke discussie gevoerd over de consequenties van een verwerping van deze beide amendementen. Ik kan mededelen dat bij verwerping van beide amendemen ten sommige leden van onze fractie de consequentie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 178