1792
14 DECEMBER 1981
heer Crul heeft daarop ook gedoeld zoals sane
ring bij de bron, ook een beleidsuitgangspunt van
het ministerie, minder huisvuil produceren, geen
vuil op straat of in de natuur deponeren. Het
zijn zaken die echter alleen met medewerking van
de burger kunnen worden geëffectueerd. Actieve
voorlichting met als doel bewustwording van de
mens moet de invalshoek van de gemeente zijn;
daarnaast mag de bezem van de gemeente ook niet
worden vergeten, een klacht die je wel eens hoort
waarvan de oorzaak mijns inziens in de directe
personeelssfeer ligt. Juist in de toekomst zal
het "vuile" werk ik zou het liever "schonend"
werk willen noemen meer gewaardeerd moeten wor
den. Hoe staat het thans met de mankracht, welke
deze zaken het milieubeleid in het algemeen
behartigt?
Anderzijds zal de gemeente actief moeten op
treden bij de uitvoering van de milieuwetten, de
vergunningverlening en de vergunningnaleving.
Juist op het laatste punt wordt naar ik meen nog
wel eens tekort geschoten omdat de vergunningver
lening meestal een wettelijk gegeven is, terwijl
een effectief instrumentarium om te toetsen of de
voorwaarden van de vergunning worden nageleefd
doorgaans ontbreekt. Men verzandt al snel in al
lerlei moeilijke procedures en ook ontbreekt het
hiervoor aan voldoende mankracht. De Hinderwet is
in dezen een sprekend voorbeeld.
Tevens zal de gemeente initiërend moeten zijn
bij het realiseren van de stadsgewestelijke of
regionale vuilverwerking. Als de procedures op de
huidige wijze doorgaan, dan zal het tot ver in de
negentiger jaren duren alvorens hier een adequate
vuilverwerking is gerealiseerd. U zult begrijpen
dat ik dit vanuit mijn dagelijks werk niet voor
niets naar voren breng. Een dergelijk uitstel
kunnen wij Bavel en Breda-oost mijns inziens niet
aandoen.
Ik kom tot een afronding. Ik heb het tijdens
deze inleiding al een paar keer laten proeven: