179 12 FEBRUARI 1981 zullen trekken en niet aan het gebed zullen deel nemen, door op hun plaatsen te blijven zitten. De heer EISSENS: Even een reactie onzerzijds naar aanleiding van het reglement van orde. Aller eerst iets over het roken. De desbetreffende motie (nr. 7) is in onze ogen geen voorstel dat een fractie als zodanig wel of niet zou moeten steunen. De beoordeling is een kwestie van persoonlijke in schatting waarbij een ieder er op zijn eigen wijze tegenaan kijkt. Wij betreuren het bijzonder dat een beroep op wederzijdse verdraagzaamheid niet tot resultaat heeft geleid, waardoor nu toch een meerderheid iets aan een minderheid gaat opleggen. Het is jammer dat we elkaar in dit soort dingen niet op een andere manier kunnen vinden. Uw sug gestie, mijnheer de voorzitter, om de motie straks maar in stemming te laten komen nemen wij over, maar we hebben bezwaar tegen de toevoeging dat er ook in de commissievergaderingen niet zou moeten worden gerookt, onder meer omdat de raad daarmee op dit ogenblik zou bepalen hoe de ambtelijke staf, die toch ook bij commissievergaderingen aanwezig is, zich heeft te gedragen. Wij vinden het roken in commissievergaderingen meer een zaak van de commissies zelf en wij nodigen u dan ook uit de voorzitters van de commissies te vragen dit punt in commissieverband aan de orde te stellen en na te gaan hoe men er in die opstelling over denkt. Ik weet niet of dit betekent dat ik nu een nieuwe motie moet indienen, of dat u toch op een of andere manier de handigheid bezit om deze aan tekening mee te nemen als u straks deze kwestie aan de orde stelt. Wij betreuren het dat het gebed tot inzet van een partijpolitiek gebeuren is uitgegroeid of zal uitgroeien. Het ware ons liever geweest als we hierover in alle rust op een andere plaats hadden kunnen spreken. Onze fractie in haar geheel zal het ingediende amendement niet steunen; zij heeft daarvoor drie argumenten. Op de eerste plaats is

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 179