12 FEBRUARI 1981 180 het gebed voor ons een erkenning van de souverei- niteit van God en Zijn afgeleide in de overheid. Op de tweede plaats vinden wij dat het gebed een traditie is en dat men bij het afschaffen van tra dities voorzichtig moet zijn omdat die mensen pijn kan doen. Op de derde plaats zijn wij van mening dat juist de erkenning van God de meesten onzer over de verschillende partijen heen verbindt: het is goed zich dit van tijd tot tijd eens te reali seren. De amendementen 2 tot en met 5 zullen wij niet steunen. Als iemand er niet in slaagt voor een standpunt tenminste één of twee handtekeningen te vinden, dan is dat standpunt kansloos. Er is dan niemand die zich ervoor interesseert, behalve het ene lid dat een voorstel wil indienen. Het lijkt ons om pragmatische redenen juister dat in zo'n geval de indiening van het voorstel achterwe ge blijft. Wil iemand zijn mening naar voren bren gen, dan heeft hij andere mogelijkheden om dat te doen. De motie van mevrouw Saelman zullen wijzo als wel duidelijk zal zijn, evenmin steunen. Hier mee meen ik voldoende te hebben gereageerd. Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Mijnheer de voorzit ter. U hebt gesproken over een zeer lange voorbe reiding van de nu voorgestelde veranderingen in het reglement van orde. Het moet ons van het hart dat de tijd van voorbereiding helaas omgekeerd evenredig is met de importantie van de veranderin gen. Wat het gebed betreft: onze fractie staat op het standpunt dat respect voor ieders overtuiging moet worden opgebracht en dat derhalve het gebed niet hoeft te worden afgeschaft. Als bij wijze van spreken de Partij van de Arbeid of de P.S.P. de gelegenheid zou willen krijgen om de Internationa le te zingen, dan zouden wij daarbij rustig gaan staan. Wij achten het echter niet juist maar wij kunnen ons zeer goed vinden in de overtuiging

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 180