1830 16 DECEMBER 1981 uitgedrukt aan redelijke hoge eisen heeft vol daan. Het laat zich aanzien dat de behandeling vanavond en vrijdagavond verder goed zal verlopen. Ik sluit mij graag aan bij de dankwoorden die aan het adres van onze ambtenaren zijn uitgespro ken. Wij hebben met onze ambtenaren erg veel te maken en wij kunnen erg goed met hen werken. Ik waardeer de woorden van erkentelijkheid dan ook zeer. Ook de voorlichting over de begroting er is van uw kant eveneens op ingegaan heeft mijns inziens aan redelijke eisen voldaan. Wij hebben zowel in de zogenaamde populaire uitgave als in Indruk de bevolking kunnen melden wat hier aan de hand is; ik heb in het bijzonder kunnen merken dat de informatie in Indruk wordt gewaardeerd. Ik moet u vervolgens iets zeggen waarover wij vanmiddag in het college uitgebreid hebben gespro ken. Namens het college van burgemeester en wet houders moet ik iets mededelen dat heel speciaal gericht is op een passage in de algemene beschou wingen van de fractievoorzitter van het C.D.A. de heer Eissens, luidende: "Wat onze fractie be zighoudt, is de vaak fanate wijze waarop wethouder Paulussen maar al te vaak zowel bij interne als externe relaties haar ideeën en opvattingen laat prevaleren boven de gezamenlijk uitgezette koers." Ik zei al dat hierover in het college van burge meester en wethouders uitgebreid is gesproken; het is niet uitgesproken. Ik moet in ieder geval na mens ons college mededelen dat deze opmerking bij ons generaliserend overkomt. Wij achten de opmer king zó generaliserend en zó algemeen, dat wij niet in staat zijn erop te reageren. Met andere woorden: wij weten er niet goed weg mee, wij kun nen er niet mee uit de voeten. Wij menen derhalve dat van de heer Eissens wel enigerlei verduidelij king mag worden gevraagd. Wat de collegialiteit in het college van burgemeester en wethouders be treft: geconstateerd moet worden dat mevrouw Pau lussen zich, evengoed als dat voor ieder ander lid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1830