16 DECEMBER 1981
1859
onderhandelen. Het spijt mij evenwel dat het stand
punt van de onderhandelingscommissie uit het be
stuur niet achteraf door het bestuur is gefiat
teerd, op het moment dat er bij partijen bereid
heid was om het geding uit te stellen, teneinde in
rust en redelijkheid, in het belang van de woning
bouw in Breda, te proberen binnen verantwoorde
lijnen uit de problematiek te komen. Ik betreur
deze gang van zaken.
De heer TEN WOLDE: Toch nog even iets voor
de duidelijkheid. Naar aanleiding van de vragen
van twee weken geleden is na het Laurentius-ge-
beuren een opmerking in de richting van Sint Jo
seph, de andere woningbouwvereniging, gemaakt. De
wethouder zegt nu opnieuw dat hij zich bezorgd
maakt over het bestuur van de woningbouwvereniging
Sint Joseph. Ik vraag mij af waarop hij dat ba
seert.
Wethouder VAN DUN: Het is voor het eerst in
al die jaren dat de heer Ten Wolde en ik bij el
kaar niet zo goed overkomenWat heb ik nu net ge
zegd? Door het bestuur van Sint Joseph is een de
legatie gestuurd die heeft onderhandeld met een
delegatie van de gemeente Breda. Beide delegaties
ontdekten openingen om in het kader van de motie
van de raad tot schadebeperking te komen ge
meenschapsgelden zijn bij beide partijen in het
geding en in dit kader redelijke oplossingen
te bereiken. De delegatie van Sint Joseph stelde
mij voor en ik stelde het college voortot uit
stel van de behandeling voor de rechtbank te komen.
Of er alsnog een bestuursbesluit nodig was, werd
betwijfeld, maar voor de netheid van het werk ging
de delegatie uiteraard terug naar het bestuur.
Zonder argumenten werd vervolgens mij of één van
onze ambtenaren bericht dat men geen behoefte aan
uitstel van de rechtbankprocedure had. Dit alles
vormt één van de punten op grond waarvan ik enige
twijfels heb omtrent de optimale uitvoering van