16 DECEMBER 1981 1863 heb ik mij gewend tot deskundige biologen omdat ik zulk gedrag van loopse teven nooit heb ervaren: ik dacht dat het altijd andersom was en dat er juist achter een loopse teef werd aangelopen. Ik kan de ze beeldspraak dus niet gebruiken. Ik denk dat het in de maatschappij van de heer Garritsen zo ge beurt, maar in de mijne gaat het anders. De heer GARRITSEN: Ik zie juist dat het in de maatschappij van het C.D.A. zo gebeurt en dat vind ik dan erg vreemdI Wethouder VAN DUN: U vertaalt het met uw ei gen woorden en dan komt het zo vervelend uitl Er is een gezonde wisselwerking tussen de wethouders van het C.D.A. in dit college en de C.D.A.-fractie. De ene keer loopt de één voorop en de andere keer zal het de ander zijn. Waar het mij werkelijk om gaat, is dat ik het niet juist vind en daarom interrumpeerde ik de heer Garritsen bij de algemene beschouwingen als de heer Gar ritsen even de N.S.A.W., Sint Laurentius, Brebo en Sint Josef noemt terwijl hij niet antwoordt op mijn vraag wat hij daarmee insinueert. Ik denk dat hij op geen van deze punten kunt aantonen dat de integriteit van het collegede wethouder of de raad in het geding is. Wat de heer Garritsen doet, is dan alleen "schieten" voor het publiek en zelfs op een gegeven ogenblik een beetje mensonwaardig. Ik zou hem willen vragen dit voortaan nu gewoon niet te doen. Vier van de ingediende moties hebben betrek king op mijn portefeuille; het wordt elk jaar min der! Motie nr. 3 van de P.v.d.A. heeft betrekking op de sociaal-economische situatie en geeft het college onder de punten 45 en 6 het een en an der in overweging. Deze motie is voor het college, ook in het kader van zijn eigen HUG-filosofie volstrekt aanvaardbaar. Motie nr. 6 van de P.v.d.A. gaat over renova tiekredieten c.a. Het college heeft er geen moeite

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1863