1868
16 DECEMBER 1981
September j.l. 9,4 respectievelijk 14,6 bedragen.
Op het ogenblik worden we geconfronteerd met heel
specifieke problemen waarover we veel praten. Ik
noem bijvoorbeeld de jeugdwerkloosheid, een in
1978 nagenoeg onbekend begrip. Een ander facet: de
rente was in 1978 7,5 a'8%, maar is op het ogen
blik 12%, waardoor het bedrijfsleven niet bepaald
tot het doen van investeringen in onze stad wordt
gestimuleerd.
Niet veranderd is ik denk dat we daar toch
ook even bij stil moeten staan de relatieve po
sitie van Breda. Breda ligt met zijn werkloosheids
percentage 1% boven het landelijk gemiddelde en 1%
onder het provinciaal gemiddelde: een situatie die
op het ogenblik niet afwijkt van de situatie van
destijds. Ook is in zóverre geen verandering opge
treden, dat er gelukkig tot op de dag van vandaag
een groei optreedt van het aantal arbeidsplaatsen
binnen de stad Breda. In 1978, ten tijde van de
totstandkoming van het programakkoord, lag het aan
tal arbeidsplaatsen net even boven de 52.000; op
het ogenblik bedraagt het 53.500. Weliswaar is er
groei, maar te weinig groei voor de opvang van on
ze groeiende beroepsbevolking, terwijl er de laat
ste tijd een redelijke mate van stabilisatie op
treedt. Er is nog wel sprake van groei, maar die
is feitelijk minimaal.
De veranderende omstandigheden die ik zojuist
noemde, waren er de oorzaak van dat in nauw over
leg met de commissies en de raad een andere koers
is ingeslagen. Die koers is verleden jaar voor het
eerste vastgelegd, en wel in de nota "Sociaal-eco
nomisch beleid 1981"; vandaag hebben we te maken
met de nota "Sociaal-economisch beleid 1982". Een
andere koers, uiteraard tegen de achtergrond van
de beperkte middelen en mogelijkheden die een lo
kale overheid heeft. Ik noem enkele kenmerken van
die andere koers. Werkgelegenheid is niet exclu
sief een zaak van de sector economische zaken,
sterker: werkgelegenheid is helemaal geen exclu
sieve aangelegenheid van economische zaken. De