1886
16 DECEMBER 1981
hoeft te komen. Van belang is misschien wèl, aan
te geven dat ook het organisatie-onderdeel op het
ogenblik erg duidelijk in studie is. Een organisa
tie zoals de onze bepaalt in feite wat de kwali
teit van het beleid is. Die organisatie moet wor
den bijgebogen in de richting van flexibiliteit en
verdere doelmatigheid, terwijl we voorts moeten
proberen managementeisen die je mag stellen te
blijven stellen. Het komt erop neer dat er aller
lei moeilijke dingen moeten worden ingevoerd, zo
als projectorganisatie en een veel flexibeler en
algemenere inzetbaarheid.
In die situatie zijn we op een aantal punten
duidelijk aan het werk. Bij de dienst openbare
werken hebben we, zoals de heer Van Dun al heeft
gezegd, een uitgebreide reorganisatie lopen en
bij de secretarie is een onderzoek gaande waaruit
maatregelen zullen voortkomen. De raadsleden zul
len begrijpen dat we hierbij uiterst zorgvuldig te
werk moeten gaan, want zij zullen uit hun eigen
werksituatie weten dat het veranderen van de di
recte werkomgeving de nodige problemen met zich
kan meebrengen. Wij proberen zo veel mogelijk zorg
vuldigheid te betrachten; de vakorganisaties en
alle medewerkers worden er zo veel mogelijk bij
betrokken en de raad wordt geïnformeerd. De motie
van het C.D.A. ondersteunt ons in deze lijn en is
in die zin dan ook volledig aanvaardbaar.
De heer Crul heeft een opmerking gemaakt, in
houdende dat ambtenaren het bestuur zouden "af
schermen". Ik denk dat dit nooit door het college
is bedoeld, als men al de indruk zou hebben dat
het gebeurt. De ambtenaren staan volledig in de
"vuurlinie", praten direct met bewoners, zien de
vragen van bewoners direct op zich afkomen en heb
ben er begrip voor, maar daarna worden ze, in de
organisatie, voor vragen gesteld als "hoe maken we
dat waar?" en "kan het?". Wij, de wethouders, heb
ben geprobeerd, wanneer ambtenaren bij de burgerij
met echte besluitvormingsaspecten worden geconfron
teerd, er zo veel mogelijk bij te zijn. Als je dat