16 DECEMBER 1981
1893
hebben we in het college knopen doorgehakt; ik
wil er binnenkort met de mensen uit IJpelaar ver
der over praten.
Naast deze twee knelpunten is sprake van een
omzetting van gemeenschapshuizen in buurthuizen.
De gemeenschapshuizen zijn in feite alleen ruim
ten waarin activiteiten door anderen kunnen worden
verricht. Als deze nu worden vervangen door of
op zijn minst door andere invulling worden veran
derd in ruimten waarin ook werkers dingen orga
niseren, kan in de huidige problematiek de effec
tiviteit worden vergroot. Op enkele plaatsen zijn
we hiermee bezig. Men kent de ontwikkelingen ten
aanzien van de Heuvel-zuidwest, de Driesprong en
Geeren-noord. Over de vraag of op andere plaatsen
zinvolle mogelijkheden aanwezig zijn, worden be
sprekingen gevoerd. Ik ben het ermee eens dat een
en ander zal moeten verlopen in overleg en in har
monie met de betrokkenen. Ik wil in die zin ge
sprekken voeren en ik hèb in die zin gesprekken
gevoerd, maar het is wêl zo dat we in bepaalde
buurten tot onderlinge afstemming bij het wel
zijnswerk moeten komen en dat we moeten proberen
in samenwerking het beste voor de buurt op tafel
te brengen. Zeker nu er meer vraag naar ruimten en
activiteiten zal zijn, bijvoorbeeld van de kant
van werklozen en jongeren, denk ik dat een goede
regeling zeer wenselijk is.
Het laatste onderdeel van mijn verhaal zou
ik willen wijden aan de inspraak, waarover de heer
Garritsen heeft gezegd dat er in Breda minder aan
is gedaan dan ooit. Even ongenuanceerd en onbewe
zen maar ik denk dat ik het beter kan bewijzen
dan hij zou ik willen volstaan met de opmerking
dat er in de afgelopen periode in Breda aan in
spraak meer is gedaan dan ooit het geval is ge
weest.
De heer GARRITSEN: Was het dan in de periode
hiervóór nóg slechter?!