1924 18 DECEMBER 1981 of het voor een goede gang van zaken vanavond niet aan te bevelen is dat eerst de in dit opzicht ver antwoordelijke wethouder even verslag doet van wat er bij het VEGIN-overleg is gebeurd. De VOORZITTER: Het lijkt mij verstandig onze normale procedure te volgen. Het is goed, te horen wat er van de zijde van de raad wordt gezegd. De heer Welschen komt nog aan het woord en kan dan reageren De heer EISSENS: Onze fractie is in eerste instantie opgetreden met drie musketiers, maar we zullen het nu "drie-in-één" doen en we zullen de gang van zaken niet langer rekken dan noodzakelijk is. Dit betekent dat ik als enige namens de frac tie het woord zal voeren. Op onze beschouwingen over de politieke situ atie in de gemeenteraad heeft mijn collega Crul gereageerd met opmerkingen waaruit ik niet anders kan concluderen dan dat de P.v.d.A. er wat moeite mee heeft dat wij de grootste fractie zijn, wat ik mij trouwens best kan voorstellen. Ik heb zelfs in "Klaproos" gelezen dat er, als ze niet goed hun best doen, wellicht 20 C.D.A.-leden komen. Dat zit er inderdaad dik inJ Ik vind het jammer dat die frustratie op ons moet worden uitgekuurd. Natuur lijk gedragen wij ons als de grootste fractie: dat mogen wij doen. Moeite heb ik ermee als de heer Crul zegt dat de collegialiteit daaraan onderge schikt wordt gemaakt. Ik ben graag bereid aan te horen wat hij daarmee bedoelt. De tirade van de heer Garritsen zal ik over slaan. Het is voor mij niet interessant daarop in te gaan. Wèl wil ik ingaan, mijnheer de voorzitter, op een uitdaging van uw kant. U hebt gezegd dat het college moeite heeft met onze opmerkingen aan het adres van wethouder Paulussen. Zoals men heeft kun nen begrijpen, gaat het hier om iets waarmee wij op onze beurt moeite hebben. Het is bijzonder

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 1924