1928
18 DECEMBER 1981
niet zo heel veel gezegd. Wij hebben tot onze
vreugde wèl gehoord dat de planningsmethode op
korte termijn ter discussie komt, waarbij de tot
nogtoe opgedane ervaring zal worden ingebracht.
Onduidelijk is evenwel of de door de wethouder
aangekondigde noodzakelijke vereenvoudiging geba
seerd is op de naar onze mening terecht geuite
kritiek op de oorspronkelijke voorstellen, of dat
die vereenvoudiging gebaseerd is op het ontbreken
van financiële middelen. Wij kunnen ons namelijk
nauwelijks voorstellen dat de wethouder plotseling
tot het inzicht is gekomen dat de oorspronkelijk
door haar zo fel verdedigde voorstellen niet zou
den aansluiten op de dagelijkse realiteit.
Ten aanzien van de plaats van het particulier
initiatief hebben wij kennis genomen van de toe
zegging dat dit onderwerp bij de planningsvoor-
stellen aan de orde zal komen. Er bestaat naar ik
aanneem geen misverstand over dat wij een sterke
overheidsbemoeienis in het welzijnswerk afkeuren
en een duidelijk herkenbare plaats en taak van het
particulier initiatief in het geheel overeind wil
len houden. In dit verband hebben wij gevraagd
naar het standpunt van het college over samenwer
king op sociaal-cultureel gebied; het verheugt ons
dat daarop positief is gereageerd, maar aangezien
we gelijktijdig hebben vernomen dat deze ontwikke
ling door toedoen van de organisaties van particu
lier initiatief stagneert, roept deze bereidheid
vragen op, vooral als we bedenken dat sedert fe
bruari 1981 geen overleg meer heeft plaatsgevonden
over de invulling van een algemene voorziening so
ciaal-cultureel werk, terwijl het initiatief tot
dit vervolgoverleg van de gemeente zou uitgaan.
Geen antwoord hebben wij gekregen op onze
vraag, waarom de raad geen voorstellen heeft ont
vangen inzake de besteding van de bijdrage van
ruim 190.000,voor het minderhedenbeleid. Wij
vragen derhalve nogmaals: zijn deze middelen niet
besteed en vloeien ze terug naar de rijksoverheid,
of heeft de besteding plaatsgevonden zonder