IP DECEMBER 198?
1947
zal hebben. Wij vragen de wethouder of hij hiero
ver binnen afzienbare tijd de commissie wil infor
meren.
In eerste termijn hebben wij niet willen be
togen dat de Br.I.M. geen slagvaardig instituut
zou zijn. Deze instelling maakt het mogelijk in
het kader van de werkgelegenheid direct zaken te
doen zonder dat er uitgebreide voordiscussies moe
ten worden gehouden. Als zodanig is de Br.I.M. een
goed functionerend hulpmiddel bij het voeren van
een werkgelegenheidsbeleid, een hulpmiddel dat
totnogtoe ook nooit vraagtekens heeft opgeroepen.
Nu er echter sprake van is dat de Br.I.M. een
door de gemeente opgerichte instelling zich
gaat bewegen op het terrein van risicodragende le
ningen aan het bedrijfsleven, vragen wij ons af of
het niet gewenst is dat de raad een kader aangeeft
waarbinnen de Br.I.M., juist ook weer in het be
lang van een slagvaardig optreden, op dit gebied
activiteiten kan en mag ontplooien. Veel hangt in
dezen af van de interpretatie van het begrip "be
vordering van de werkgelegenheid in de breedste
zin des woords".
Wethouder Welschen heeft her en der op onder
delen van zijn portefeuille bijna onopvallend po
litieke accenten gelegd. Overigens hebben wij veel
waardering voor de wijze waarop hij het jeugd- en
jongerenbeleid heeft aangepakt. Er worden ten aan
zien van deze toch wel zeer indringende problema
tiek duidelijke en concrete voorstellen gedaan.
Van het personeelsbeleid ik zeg dit ook aan het
adres van de heer Crul gaf de wethouder een hel
der beeld: men blijkt de uiterste zorg te betrach
ten om te voorkomen dat er bij de HUG-operatie ge
dwongen ontslagen moeten vallen. Het komt dan nog
al vreemd over als je een dag later xn de krant
leest dat de ABVA/KABO zich over bepaalde ontwik
kelingen ongerust maakt. Ons is op dit punt niets
bekend. Ik zou de wethouder willen vragen of hij
er iets over kan zeggen hoe dergelijke berichten
naar buiten worden gebracht. Naar onze mening kan