1950
18 DECEMBER 1981
Daarnaast blijken burgemeester en wethouders
steeds meer geneigd te zijn overbodige moties over
te nemen omdat ze dicht bij het beleid liggen. Dit
verschijnsel onze fractie heeft er vaker op ge
wezen leidt tot motie-inflatie. Als burgemees
ter en wethouders toezeggen dat er op bepaalde be
leidspunten op korte termijn duidelijkheid zal ko
men of dat die punten in commissieverband voldoen
de aandacht zullen krijgen, zouden de desbetref
fende moties moeten worden ingetrokken.
De heer VAN DE STEENOVEN: Betekent dit dat
de V.V.D. de motie over de Biesdonkweg intrekt?
Op dat punt wordt immers ook op korte termijn door
het college duidelijkheid verschaft!
De heer TEN WOLDE: Als ik het antwoord van
het college in tweede termijn heb gehoord, kom ik
daarop nog wel terug.
Voor de moties nrs. 4 en 5 van de P.v.d.A.
over het functioneren van de gemeenteraad geldt de
redenering die de heer Van de Steenoven blijkt op
een motie van onze kant te willen toepassen: de
burgemeester heeft toegezegd dat er een notitie
over het functioneren van de gemeenteraad zal ko
men waarin op de in de motie genoemde aspecten zal
worden ingegaan. Inhoudelijk hebben wij voor de
moties begrip, maar aan de andere kant menen wij
dat zij tegen de achtergrond van de toezegging van
de burgemeester overbodig zijn.
Hetzelfde geldt in wezen voor motie nr. 22
van D'66, die wij mede-ondertekend hebben. De wet
houder heeft gezegd dat de problematiek al eens
onder de loep is genomen en hij heeft zich ander
zijds bereid verklaard stappen bij de rijksover
heid te ondernemen om de prcblematieK opnieuw aan
de orde te stellen. Motie nr. 22 hoort hiermee
thuis in de mogelijke categorie "overbodig".
De moties nrs. 14 tot en met 17 van de P.S.P.
ik duidde er al op zijn zó radicaal, dat ze
diametraal tegenover de V.V.D.-visie staan. Ik