18 DECEMBER 1981
1957
de orde is geweest bij het groeistedenoverleg met
de minister op 26 november. Toen is er geen "nee"
gezegd en daarom achten wij het van belang dat er
een door de gehele raad ondersteunde motie wordt
aangenomen die het pleidooi dat de wethouder bij
de minister zal gaan houden kracht bij kan zetten.
Het punt is voorts verleden week opnieuw aan de
orde gesteld bij de directeur-generaal Koopman,
toen deze voor het heien van een zoveelste paal in
Helmond aanwezig was.
Al met al delen wij niet de opvatting dat mo
tie nr. 22 half-onnodig zou zijn. De motie heeft
naar onze mening wel degelijk zeer veel zin. Ove
rigens wil ik mijn opmerkingen over dit onderwerp
besluiten met een kleine variant op de drie a's.
De wethouder heeft de drie a's geïntroduceerd
die eer komt hem volledig toe maar wij zouden
onzerzijds ook drie trefwoorden willen noemen. De
motie behoort naar onze mening de attentie te heb
ben en het colleae heeft die er dan ook aan gege
ven. De motie is niet achterhaald, maar actueel en
in de derde plaats zal zij activiteit van het col
lege vergen, zodat het plezierig is dat het er ak
koord mee kan gaan.
De opmerking van wethouder Sandberg over ont
wikkelingen ter zake van de vergroting van het
werkingsgebied van de ruimtelijke-ordeningstoeslag
heeft ons in positieve zin getroffen. Wij zouden
bijzonder graag op de hoogte willen worden gehou
den van de verdere voortgang op dat punt. Iets an
ders dat wij met grote tevredenheid hebben aange
hoord is de mededeling over het in het leven roe
pen van de Brabantse ontwikkelingsmaatschappij
voor taken die de gemeente wegens tekort aan man
kracht enzovoort niet zou kunnen vervullen.
In eerste termijn hebben wij gevraagd om een
inspraakverordening waarop in de handelwijze met
betrekking tot het onderwerp inspraak alvast voor
uit zou kunnen worden gelopen. Naar ik meen is in
de beantwoording van het college over die verorde
ning verder niets gezegd.