1958
18 DECEMBER 1981
Ter zake van de woonruimtetoedeling moet naar
de mening van het college een stichting in het le
ven worden geroepen. Het definitieve oordeel daar
over zullen wij opschorten tot de behandeling van
dat onderwerp in de raad.
Dit waren onze opmerkingen met betrekking tot
de begroting. Nu heb ik nog wel een lange waslijst
van moties door te nemen. Wij hebben er van de 22
één ingediend en ik neem aan dat men prijs stelt
op een verklaring onzerzijds met betrekking tot de
andere moties.
Alle moties met betrekking tot de gassituatie
zouden wij willen aanhouden totdat de wethouder op
het gesprek in VEGIN-verband is ingegaan. Ons oor
deel over motie nr. 1 schorten wij dus even op.
Motie nr. 2 van het C.D.A. over de verlaging
van de tarieven voor de wijkverwarming kunnen wij
steunen.
Aan motie nr. 3 van de P.v.d.A. over de soli-
dariteitsgedachte hebben wij niet zo veel behoefte.
De motie zegt precies wat bij een aantal punten
aan de orde komt, maar we zullen er beslist niet
tegen zijn.
Motie nr. 4 van de P.v.d.A. over de vergader
uren kan wat ons betreft worden opgeschort totdat
het aangekondigde "praatstuk" aan de orde is ge
weest. Hetzelfde geldt voor motie nr. 5.
Motie nr. 6, die betrekking heeft op het moe
derkrediet, kunnen wij steunen.
Motie nr. 7 betreft de beheersvorm van de re
gionale schoolbegeleidingsdienst. Gezien de aan
passing die is toegezegd zijn wij vóór deze motie.
Ook motie nr. 8 ter zake van de bejaardenzorg
kunnen wij steunen.
Op motie nr. 9 over de langdurig werklozen
zal de P.v.d.A. zelf nog terugkomen. Wij behouden
ons tot die tijd ons oordeel voor.
Motie nr. 10 kan even blijven liggen tot na
de antwoorden van de wethouder.
Motie nr. 11, waarin het college wordt uitge
nodigd de organisatie aan de vier prioriteiten aan