18 DECEMBER 1981
1963
zijn waar het op slaat. Mij is onder meer in de
pers verweten dat ik op een persoonlijke manier
politiek bedrijf. Mijn reactie daarop is als volgt.
Als hier een wethouder zit, zit hij er op politie
ke titel. Als er dan zaken tussen twee partijen
worden besproken en een andere collegepartij
laat staan de P.S.P. wordt niet eens over de
gang van zaken geïnformeerd, dan is het de taak
van de P.S.P. om zaken te signaleren. Dat heeft
niets met een persoonlijke manier van politiek be
drijven te maken.
De heer EISSENS: Het gaat niet over een per
soonlijke manier, het gaat om het spelen op de man
dat u doet. U kijkt niet naar de zaak waar het om
gaat, u valt de man aan en daartegen maken wij be
zwaar. Als u zorgvuldig te werk had willen gaan en
iemand niet had willen kwetsen, had u het op een
andere manier moeten doen.
De heer GARRITSEN: Dat heeft er, denk ik, to
taal niets mee te maken. Als u als fractievoorzit
ter en als fractie niet in staat bent dit soort
situaties die in de raad van Breda ontstaan, op
een adequate manier aan te pakken, dan zal inder
daad de P.S.P. dat gaan doen. Dat is dan soms heel
pijnlijk, maar ik denk dat je er niet onderuit
komt.
De heer EISSENS: Enige bescheidenheid zou wel
op zijn plaats zijn!
De heer GARRITSEN: Het gaat erom dat er bij
de fractie van het C.D.A. en met name bij de frac
tievoorzitter een volstrekt gebrek aan affiniteit
met de politieke problematiek bestaat. Het zou de
C.D.A.-fractie sieren als zij eens een klein beet
je aan zelfonderzoek zou doen. Dat zou van belang
zijn en op die manier kan men ook de betrokkenen
voor dit soort afgangen behoeden. U moet eens de
hand in eigen boezem steken en niet de schuld bij