197 12 FEBRUARI 1981 verlenen van bijstand. De commissie heeft naar mijn mening duidelijk de politieke taak, advies uit te brengen over de van het college te verwach ten voorstellen. De verlening van bijstand, ge noemd in de eerste woorden van het in de motie van mevrouw Saelman voorgestelde besluit, moeten we naar mijn mening niet overaccentueren, maar ik ga akkoord met de opvatting die in de woorden achter de komma is neergelegd, inhoudende dat de commis sie vroegtijdiger bij de gang van zaken moet wor den betrokken. Ik had aanvankelijk nog meer opmerkingen wil len maken, maar met het oog op de tijd zal ik het hierbij laten. De VOORZITTER: Ik constateer dat de raad in tweede termijn uitgesproken is en ik zal namens het college nog enige opmerkingen maken. De heer OOMEN: Zou de vergadering een minuut kunnen worden geschorst? De VOORZITTER: Een minuut? Dan moet u wel on middellijk beginnen, lijkt mij.' Laten we zeggen: twee minuten. Ik schors de vergadering. SCHORSING. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Ik ben nu in de gelegenheid om in tweede termijn te antwoorden. Het lijkt mij goed dit aan het adres van de heer Oomen -t die beantwoording nu te doen plaatsvinden, om de eenvoudige reden dat straks de stemming over de moties zal plaatsvinden en dat er dan nog de gelegenheid zal zijn stemverklaringen af te leggen. De heer OOMEN: Ik wilde het u, als dat moge lijk is, in tweede termijn met één motie gemakke lijker maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 197