1978
18 DECEMBER 1981
toch nog hoger.
De heer TEN WOLDE: Ik neem dit graag straks
naar de fractie mee.
Wethouder VAN DUN: Dat ontslaat mij op dit
moment van de verplichting, verder te gaan over
het Edisonplein.
Ik kom tot de parkeermotie van de heer Gar-
ritsen, motie nr. 20. Over deze motie heb ik ge
zegd: overbodig, onmogelijk en onaanvaardbaar, en
ik heb dat ook gemotiveerd. De motie is overbodig
omdat pot drie keer toe is toegezegd dat er een
actualisering en een herijking van het parkeerge-
beuren in Breda aan de orde zal komen. Ik heb er
op gewezen dat er in dat verband heel wat onder
zoek moet worden gedaan. Een onderzoek om uit te
maken wat er ten aanzien van het parkeren in de
geactualiseerde situatie nodig is, zal ongeveer
een jaar gaan duren. Dit brengt mij op de onmoge
lijkheid om vóór 1 mei 1982 met de heer Garritsen
zaken te doen: de tweede o. De derde o is mijn
"onaanvaardbaar". Ik plaats deze motie namelijk
tegen de achtergrond van het betoog van de heer
Garritsen en zo hoort het ook. Wij verschillen
levensgroot van mening.
De heer GARRITSEN: Wat de wethouder zegt is
duidelijk, maar nog even iets over de datum die in
de motie wordt genoemd. Tegen de achtergrond van
besluitvorming omtrent het gebied Achter de Lange
Stallen wijs ik erop dat er over de parkeergarage
zal moeten worden gesproken en dat er iets op ta
fel zal moeten liggen waarmee een bestemmingsplan
kan worden ontwikkeld. Hoe ziet u die problematiek
Wethouder VAN DUN: U hebt gelijk. Ten aanzien
van de bestemmingsplansituatie Achter de Lange
Stallen en de parkeergarage bij het Vlaszak heb ik
u toegezegd dat we een en ander opnieuw op een rij
zullen zetten. Daarbij zal worden ingegaan op de