2000
18 DECEMBER 1981
is duidelijk geworden wat de mededeling inhield.
De heer Eissens gaat daarop in. Die constatering
is er en ik geloof dat dat aanleiding is om te
zeggen: nu kunnen we ook door.
De heer CRUL: Ik doe bij dezen een voorstel
van orde. De aantijging van de kant van het C.D.A.
in de richting van onze wethouder is voor ons on
aanvaardbaar. Het is een kwestie van collegiale
samenwerking dat je over dergelijke dingen die van
essentieel belang zijn, niet met elkaar van mening
moet verschillen. Als er van de partners waarmee
je samenwerkt een duidelijk antwoord wordt ge
vraagd en dat antwoord blijft achterwege, dan vin
den wij dat van zo ernstige aard, dat we op grond
daarvan intern beraad nodig hebben. Wij stellen
dan ook voor de verdere beraadslagingen voor van
daag te schorsen.
De VOORZITTER: Ik moet zeggen dat ik het
uiterste heb gedaan. Er lag een verklaring en de
heer Eissens is daarop ingegaan. Hiermee bestaat
er voor mij ik herhaal: voor mij geen enkele
onduidelijkheid. De heer Crul heeft namens zijn
fractie voorgesteld de beraadslagingen te schorsen
en dus ook de begroting niet af te handelen, ter
wijl wij dezer dagen tot de afronding van de be
grotingsbehandeling geroepen waren. Alles over
ziende lijkt het mij goed even het college van
b. en w. bijeen te roepen. Dat kan heel kort duren
en ik zal u direct daarna de uitslag daarvan mede
delen. Het is echt een kwestie van een paar minu
ten.
De heer HENDRICKSOp mensen die dit gebeuren
nog niet zo goed kennen, zoals wij, komt het enigs
zins wazig over. Misschien kunt u enige verduide
lijking geven. De heer Eissens spreekt over een
voorstel van het college van b. en w. met vier
punten. Eén punt daarvan is naar ik heb begrepen
genoemd door de heer Crul en heeft betrekking op