18 DECEMBER 1981
2003
woord. Het college heeft blijkbaar behoefte aan
nader overleg en het is er niet uit. Wij wachten
eerst eens af of het college nog tot een verder
voorstel komt.
De VOORZITTER: Zo is het ook niet allemaal.
De heer CRUL: Dat zegt u toch!
De VOORZITTER: We kunnen nog van alles tegen
elkaar zeggen, maar ik meen dat er nu toch reden
is de verdere behandeling uit te stellen tot maan
dag aanstaande.
De heer EISSENS: Sorry, maar ik kan zo niet
naar bed! Ik vind dit bijzonder...
De VOORZITTER: ...onbevredigend.
De heer EISSENS: ...onverkwikkelijk. Op deze
manier blijven we in een impasse waar we toch op
een of andere manier uit moeten komen. Anders moe
ten we maandag om zeven beginnen met de constate
ring dat we weer bij elkaar zijn en dat er nog
geen oplossing is. Of gaat u dan een verklaring
afleggen?
De VOORZITTER: Ik kan het niet zeggen. Komt
tijd, komt raad. Ik kan mij alleen niet goed voor
stellen hoe wij nu met deze aangelegenheid verder
kunnen
De heer EISSENS: Dat kan ik mij wèl voorstel
len. Als de Partij van de Arbeid persisteert bij
wat zij heeft gezegd, zullen wij daar een weer
woord op willen geven. Ik begrijp dat de Partij
van de Arbeid zegt dat eerst het college maar iets
moet zeggen. We zitten elkaar wat dat betreft een
beetje aan te kijken.
De heer CRUL: Er is geen misverstand over dat