2010
21 DECEMBER 1981
verzoek tot mij gericht; ik geef hem bij dezen het
woord.
De heer EISSENS: Mijnheer de voorzitter. Het
is u persoonlijk niet onbekend dat er het afgelo
pen weekeinde wat contacten zijn geweest met be
trekking tot de situatie waarin wij vrijdagavond
uit elkaar zijn gegaan. Deze situatie hield ver
band met bepaalde uitspraken die wij in de rich
ting van wethouder Paulussen hebben gedaan. Nu ik
weer eens goed heb geslapen, heb ik er behoefte
aan een verklaring af te leggen, om te proberen
samen te vatten hoe onze fractie tegen deze kwes
tie aankijkt. Gezien het onbedoeld zware gewicht
dat door de P.v.d.A. aan de gewraakte passage is
toegekend, gezien het feit dat het geenszins de
bedoeling van onze fractie is geweest de betrokken
wethouder in persoon te beschadigen en gezien de
noodzaak om zo goed mogelijk collegiaal te bestu
ren en vooral in het huidige tijdsbestek de werk
zaamheden van het stadsbestuur niet te doen stag
neren, neemt het C.D.A. afstand van de bedoelde
passage en kan deze, gebaseerd op de bereidheid
bij de P.v.d.A. om de onderhavige kwestie te be
spreken, als zodanig als niet gezegd worden be
schouwd
De VOORZITTER: Ik stel voor deze verklaring
voor kennisgeving aan te nemen.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER: Dan is nu het woord aan me
vrouw Paulussen, ter voortzetting van de begro
tingsbehandeling
Wethouder mevrouw PAULUSSENIk mag nog ant
woorden op hetgeen de fractievoorzitters in twee
de termijn hebben gezegd.
De heer Eissens heeft namens zijn fractie ge
vraagd naar de herkomst van de kritiek die ik op