21 DECEMBER 1981
2011
uitnodiging van de C.D.A.-fractie op de plannings
methode heb uitgeoefend. Ik wijs in dit verband
nog eens op signalen waaruit blijkt dat men bij
de centrale overheid de vrij centralistische re
gelgeving die bij het zogenaamde decentrale beleid
hoort, sterk gaat vereenvoudigen. Het ambtelijk en
bestuurlijk werken met deze methode heeft ons tot
het inzicht gebracht dat we op deze manier niet
zullen komen tot realisering van het doel dat ons
gezamenlijk voor ogen stond: het vergroten van de
inspraak en de zeggenschap van de gebruikersIn
de derde plaats noem ik de reacties op de inspraak
die inmiddels bekend zijn. Deze drie factoren zul
len we naar ik hoop kunnen verwerken in het voor
stel dat in de eerste maanden van het nieuwe jaar
in deze raad aan de orde moet komen. Het gaat
daarbij om de vraag, hoe wij in Breda aan het wel
zijnswerk gaan werken: de methode van planning.
Of we de in eerste instantie bedoelde termijn
kunnen halen, zal met name ook enigszins afhangen
van het moment waarop we van C.R.M. op papier sig
nalen krijgen waaruit blijkt dat men de centrale
regelgeving gaat vereenvoudigen. Wij zullen hier
heel attent op blijven en de commissie geregeld
informeren. In ieder geval blijft naar onze mening
in de voorstellen aan de raad overeind staan dat
de beleidsontwikkeling van het welzijnswerk veel
meer zou moeten aansluiten bij de normale systema
tiek van beleidsvoorbereiding en dat via de plan
ning in ieder geval voor de raad duidelijk moet
zijn op welke wijze men samenhang in het uitvoe
rend welzijnswerk wil aanbrengen. Ik wijs in dit
verband op de inzet van opbouwwerk, jeugd- en jon
gerenwerk en sociaal-cultureel werk bij het stads
vernieuwingsproces, waarbij een soortgelijke werk
wijze is gevolgd. In de eerste termijn van de be
grotingsbehandeling is daarover al het een en an
der gezegd. We moeten, zoals gezegd, bij de be
leidsvoorbereiding garanties hebben dat er samen
hang gaat komen. Bovendien moet het systeem van
beleidsvoorbereiding open blijven of worden,