2018
21 DECEMBER 1981
Wethouder VAN BANNING: Dat is een moeilijk
te beantwoorden vraag, want het hangt af van de
handreiking die ik krijg. Wat ik zou wensen is dat
voor 1982 al zó veel wordt aangedragen, dat we in
derdaad eind 1982 tot het aanbieden van een slui
tende begroting voor 1983 kunnen komen. Ik zou dat
beslist wensen en daar moet naar worden gestreefd.
Om goedkeuring voor de begroting 1982 met het
bekende "gat" te verkrijgen zullen wij het col
lege van gedeputeerde staten duidelijk moeten aan
tonen dat het komen tot een sluitende begroting
tot de realiteit behoort. Anders krijgen we die
goedkeuring niet.
Mij moet nog even van het hart dat ik bijna
verbleekte toen ik hoorde dat ik knechten zou heb
ben om op pad te sturen. Ik ben blij dat de heer
Van Dun dit inmiddels heeft afgedaan. Ik was nogal
bang, want ik dacht: straks gaat de heer Garritsen
de door hem bedoelde hondse rol ook aan mij toe
denken. Men zal begrijpen dat mijn gevoelens zich
daartegen heftig verzetten.
Vervolgens iets over de braderieën. Het komt
mij voor dat het verzet tegen de toepassing van
de precarioverordening niet toegesneden is op een
zakelijke benadering. Zoals reeds gezegd is de
heffing van 2,per week per m^ standoppervlak
een uiterst klein deel van de vergoeding die de
standhouder aan de organisator betaalt. De veror
dening is voor wat de uitzonderingen betreft zeer
duidelijk. Zij zijn per brief van 22 mei 1981 aan
alle belanghebbenden ter kennis gesteld. Gesproken
wordt van vrijstelling op basis van artikel 32,
lid 1, van de verordening, en wel uitsluitend voor
een weldadig doel, ten algemenen nutte of in het
algemeen belang. Niet ontkend wordt het belang van
braderieën, maar deze worden in toenemende mate
gehouden. In dit verband heb ik voor Breda al het
getal 12 genoemd. Het college heeft in meerderheid
in zijn vergadering van 12 mei 1981 besloten tot
intrekking van de verleende faciliteiten per 1 ja
nuari 1982. Dit standpunt van mei 1981 wordt door