21 DECEMBER 1981
2023
genoemd, onder de "mits" dat verstaan mag worden
dat over deze problematiek eerst een notitie wordt
aangeboden aan de commissie en aan de raad.
De heer VAN DEN WIJNGAARD: Zal die notitie er
tijdig zijn?
Wethouder VAN DUN: Dat is toegezegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt motie nr.2
hierna aanvaard.
Motie nr. 3
De VOORZITTER: Deze motie handelt over de
heroverweging van inkomsten en de solidariteitsge-
dachte.
De heer GARRITSEN: Ik vind dit een erg apoli
tieke motie en een motie waarin het bezuinigings
beleid nogal slaafs wordt gevolgd. Ik zal daarom
tegenstemmen
Zonder hoofdelijke stemming wordt motie nr.
3 hierna aanvaard, onder aantekening dat de
heer Garritsen geacht wil worden te hebben
tegengestemd
Motie nr. 4
De heer EISSENSMijn fractie heeft op dit
moment aan deze motie geen behoefte. Als van de
kant van het college wordt gezegd dat de motie zal
worden betrokken in de gedachtenvorming over de
algemene gang van zaken met betrekking tot het
vergaderen en activiteiten van raadsleden, is dat
voor ons voldoende. Als de motie in stemming komt,
zullen wij tegenstemmen.
Motie nr. 4 wordt hierna in stemming gebracht
en met 18 tegen 15 stemmen aanvaard.