22 DECEMBER ,1981 2053 aangezien de gestelde vragen van de heer Garritsen m.b.t. het onderzoek wellicht een gevolg zijn van "vrije nieuwsgaring". VRAAG (gesteld d.d. 27-8-1981 ing. art. 48, 2e lid R.v.O.) Heer Schuring en mevrouw J. v. Rooij-van den Heu vel: vraag 1 Is het een feit dat door achterstallig onderhoud niet alleen het functioneren van de Grote Kerk, maar ook het behoud van deze kerk gevaar loopt? Vraag 2 Kan het college aangeven welke bedragen in de na bije toekomst nodig worden geacht voor het nood zakelijke onderhoud en de gewenste exploitatie? Vraag 3 Is het college bereid om in overleg te treden met de stichting Grote Kerk en de stichting Vrienden van de Grote Kerk, ten einde gezamenlijk naar mo gelijkheden te zoeken om de benodigde middelen te verwerven? Vraag 4 Kunt U ons zo spoedig mogelijk de resultaten van bovengenoemd overleg meedelen? ANTWOORD Ad. 1 De laatste tijd verschijnen er met een zekere re gelmaat artikelen in de pers over de slechte on- derhoudstoestand van de Grote Kerk. Het is daarom wellicht goed hierop meer uitgebreid in te gaan. De eigenaresse van de Grote Kerk, de hervormde gemeente van Breda, bleek onder meer door het ver lies van de oorspronkelijke functie van de kerk niet langer bij machte de Grote kerk verantwoord

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2053