22 DECEMBER 1981 2061 We betreuren het als onze uitspraken in deze tot misverstanden aanleiding hebben gegeven. Vraag: kunt U Uw opvatting over dit punt aan ons meedelen? ANTWOORD Ad. 1 In aansluiting op eerder gedane mededelingen in de raadsvergadering van 14 mei 1981 (notulen pag. 750 en 754)bericht ik U, dat geen van de deel nemers aan het driehoeksoverleg overleg heeft ge pleegd met zijn landelijke superieuren. Gelet op de overeengekomen beleidsuitgangspunten en op de onderscheiden verantwoordelijkheden der deelnemers heeft geen van hen overleg nodig geoor deeld. Ad. 2 De door U omschreven handelwijzen vinden inderdaad beide steun in het geldend recht. Ik moge U in dit verband verwijzen naar het antwoord, dat ik tij dens de raadsvergadering van 14 mei 1981 heb gege ven (notulen pag. 756) De politie heeft bevoegdheid om op te treden zo wel op grond van verdenking van een strafbaar feit, als bij een gepleegd strafbaar feit. Bij verdenking moet de politie een redelijk ver moeden hebben, dat iemand een strafbaar feit pleegt of heeft gepleegd. Dit beginsel is neerge legd in het wetboek van strafvordering. Uw vraag over het politie-optreaen op 30 april wordt dus bevestigend beantwoord. De gang van zaken bij de zogenaamde schippersblok- kade valt buiten mijn verantwoordelijkheid. Ad. 3 Mij is niet gebleken, dat het politie-optreden op 30 april bij de jeugd een gevoel van onbehagen heeft teweeg gebracht. Ik acht daarom geen initia tieven van mijn kant nodig.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2061