2072 22 DECEMBER 1981 7. bijlage nr. 414. VOORSTEL VAK BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET AANVRAGEN EN AANVAARDEN VAN GELDELIJKE STEUN UIT 'S RIJKS KAS TEN BEHOEVE VAN DE STICHTING EN EXPLOITATIE VAN 29 WOONEENHEDEN VOOR 1-2 PERSOONSHUISHOUDENS AAN DE VAN GOOR- STRAAT, NIEUWSTRAAT EN VISSERSTRAAT, ALSMEDE TOT BESCHIKBAARSTELLING VAN EEN KREDIET VAN 2.399.241, De heer VAN DEN BROEK: In de vergadering van de commissie openbare werken van november heb ik namens de C.D.A.-fractie reeds mogen zeggen dat we over het vóór ons liggende voorstel zeer ver heugd waren. Het voorstel maakt het mogelijk dat op drie verschillende lokaties met een leerling- bouwplaatsproject wordt begonnen, maar wij hebben tot onze grote teleurstelling vernomen dat er twijfels zijn over de uitvoering van dit project als leerlingbouwplaats. Onze teleurstelling komt vooral voort uit het feit dat het project zich door de variatie in de voorgenomen bouw bijzonder goed leent voor uitvoering in het kader van een leerlingbouwplaats. Ongeveer 15 tot 25 leerlingen zouden hier hun opleiding kunnen beginnen en vol tooien. In dit verband zou ik even willen stilstaan bij de mogelijkheden voor de jeugd in de bouw. Een leerling komt op een leerlingbouwplaats in een ideaal opleidingssysteem, mits uiteraard opleiding het eerste doel is en de economische doeleinden op de tweede plaats komen. Veel aannemers zien mo menteel een leerlingbouwplaats dan ook als een diepte-investering en laten ook sociaal-pedagogi sche opleidingsaspecten meespreken. Een tweede mogelijkheid is dat een leerling bij een erkend leerbedrijf zit en zich in een redelijke leersi tuatie bevindt. Een derde mogelijkheid is dat een leerling bij een onderaannemer terecht komt. Hier is van een opleiding meestal geen sprake. Een vierde mogelijkheid is dat een leerling geen werk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2072