22. DECEMBER .1981
2073
vindt en in een oerwoua van voorzieningen terecht
komt. Eén van de mogelijke voorzieningen is een
pseudo-arbeidsplaatsbetaald door de werkgever;
overigens is de daarvoor bestemde pot leeg. Ook
komt het voor dat de leerling in een S.O.B.-rege
ling valt. Deze beide regelingen werken bijzonder
demotiverend op de cursisten. Er mag immers niet
produktief worden gewerkt, hetgeen inhoudt dat een
werkstuk, veelal met zorg gemaakt, gesloopt of
vernietigd dient te worden. Dit leidt tot verlies
op materiaal en arbeid.
Een leerling, aan het werk bij een aannemer,
kost all-in f 456, terwijl per week voor zo'n
leerling 120,subsidie wordt gegeven. Als we
verder bedenken dat de S.O.B.-regeling de overheid
240,per leerling kost en de Stichting Bouw
60,dan weten we dat een leerling met een
produktie van 0 net zo veel kost en straks per
1 januari met de R.W.W.-uitkering erbij nog méér
als een leerling die bij een aannemer aan het
werk is.
Hoe is het mogelijk dat wijmet in ons ach
terhoofd de uitgangspunten "wonen" en "werken",
niet in staat zijn geweest het bedrag van
84.000,voor deze leerlingbouwplaats op te
hoesten! Vooruit kijkend naar de volgende projec
ten, die er in een stad als Breda zeker moeten ko
men, wil ik nogmaals een beroep op het college
doen zijn voorwaardenscheppende taak op te vatten
en het creëren van leerlingbouwplaatsen mee te ne
men in het uit te stippelen beleid.
Tot slot wil ik nog opmerken dat in den lande
de in Breda gehanteerde methode van prijs aanvra
gen met twee prijzen namelijk een prijs voor
uitvoering als leerlingbouwplaats en een prijs
voor uitvoering niet als leerlingbouwplaats
niet te doen gebruikelijk is.
Wethouder VAN DUN: Je zou hier uren over kun
nen praten en ik zal dus kort zijn! De discussie
vormt gedeeltelijk een herhalingyan een gedeelte