2086
22 DECEMBER 1981
breder. Er ligt een groot aantal onduidelijkheden
waarmee wij met ons allen ik moet dat gewoon
vaststellen geen raad weten. Mede met het oog
op de bezwaren die onze fractie in het verleden
heeft geuit, zal zij zich tegen het voorstel uit
spreken
Wethouder VAN DUN: Ik vind het razend flauw,
of ik vind het eigenlijk razend gemeen. Bij tijd
en wijle weet ik verdomd goed wat ik zeg. Het is
zo gemakkelijk om, zoals de heer Garritsen doet,
te zeggen dat ik iets wêl heb gezegd, maar dat het
niet in de notulen staat. Ik zou het niet kunnen
verzinnen de naam Van Eijkelenburg aan deze Stich
ting te koppelen!
De heer GARRITSEN: Ik heb het ook niet over
koppelen gehad. Die naam is gewoon een keer ge
noemd, maar daar gaat het niet om:dat is de essentie
niet. U gaat op details in, maar het gaat om de
hoofdzaak. Het gaat om de bouwmaatschappij waar
mee nu in zee wordt gegaan en om de relatie van
de bouwmaatschappij met de Stichting."
Wethouder VAN DUN: Ik vind dat erg aardig.
Het gaat er niet om, maar het is wel gezegd! Ik
ontken dat ik ooit de naam Van Eijkelenburg heb
genoemd en ik ontken dat ik ooit heb gezegd dat
de woningbouwverenigingen voor dit soort activi
teiten niet geëquipeerd zouden zijn. Dit is flauw,
dit is kinderachtig, dit is zelfs onder de maat.
De heer Van de Steenoven heeft gezegd dat
het college zich formeel opstelt. Laten we wel
zijn: ik kan mij best voorstellen dat mensen over
de aanpak van deze situatie van mening verschil
len, maar die discussie is ten principale gevoerd
bij de wijziging van het bestemmingsplan, bij de
votering van kredieten voor het bouwrijp maken en
ook nog op een ander moment in de raad. Uit een
en ander vloeit noodwendig voort dat er, net als
bij elke andere vorm van sociale woningbouw, een