22 DECEMBER 1981 2105 moeten hanteren. De heer VAN ASSELDONK: Een gecompliceerd voorstel. Mede door de nogal lange en kronkelige voorgeschiedenis zijn de emoties bij de Bredasche Radio Omroep hoog opgelaaid en op zichzelf is dat jammer. Er is iets fout gegaan, maar waar en hoe? Bepaalde door het college opgesomde punten zijn in feite niet relevant. Alleen het verzoek om subsi die heeft de deur dicht gedaan, want wij vragen ons af wat er zou zijn gebeurd als de Stichting de huurpenningen wèl had kunnen opbrengen. Tot aan 31 december 1980 de datum die genoemd was in de brief van de directeur openbare werken van 25 au gustus 1978 bestond er nog een totaal legale en loyale relatie. Op die datum diende namelijk een gebruiksovereenkomst te worden omgezet in een huurcontract. Ik heb mij laten vertellen dat er over een gebruiksovereenkomst zo het een en ander in de wet staat, en wel in artikel 1584 van het Burgerlijk Wetboek. Volgens dit artikel is iedere overeenkomst waarbij men het genot verschaft van een bepaalde zaak voor een bepaalde tijd tegen een bepaalde prijs, een huurovereenkomst; een gebruiks overeenkomst gaat uit van het gebruik om niet. In dien artikel 1584 van toepassing is, vragen wij ons af hoe de situatie wordt ten aanzien van het artikel in de gebruiksovereenkomst waarin de inge- bruikgever het recht wordt toegekend, de jaarlijk se vergoeding te verhogen met het percentage dat van toepassing zal zijn voor de woningwetwoningen. In de brief van 25 augustus 1978 wordt ver meld dat er voor de nieuwe huisvesting aan het Van Coothplein een plan in ontwikkeling was dat onder andere rekening hield met de eisen die zouden wor den gesteld in verband met de mogelijkheid tot ex ploitatie van horeca-gelegenhedenopdat ook ande re groeperingen mettertijd van het gebouw gebruik zouden kunnen maken. Is er nu de afgelopen jaren zo veel veranderd in de werkwijze van de B.R.O.? Waren er in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2105