22 DECEMBER 1981 2111 met de dienst om een verlenging te verkrijgen van het gebruik van dit gebouw op basis..." dit speciaal aan het adres van de heer Van Asseldohk "...van een huurovereenkomst waarbij een huur moet worden bedongen, welke de exploitatielasten geheel bestrijdt.Ik vestig de aandacht van de heer Dek op de laatste woorden van dit citaat. De opmerking dat de vergoeding "iets" moet worden verhoogd, heeft betrekking op de verhoging van 200,naar 400,die in overleg tot stand is gekomen. Daarnaast is in 1978 gemeld dat met ingang van 1981 een kostprijsdekkende huur zou moeten worden betaald. Als ik dit alles sereen, kuis en koel beschouw, zeg ik: deze zaak is straight, men was in 1978 op de hoogte van de he le verdere huurafwerking. De heer Van Asseldonk zal mij niet euvel dui den dat ik op het ogenblik niet alle artikelen van het Burgerlijk Wetboek bij de hand heb en zeker niet het door hem genoemde. Ik wijs er echter op dat er een onderscheid moet worden aangebracht. Enerzijds is er sprake van een gebruiksovereen- komst die tot 31 december 1980 gold, anderzijds is in 1978 gemeld dat vanaf 1 januari 1981 een huurovereenkomst zou moeten gelden. Ik hoop dat de heer Van Asseldonk dit in zijn beschouwingen niet vergeet. De heer VAN ASSELDONK: Het is onze bedoeling erop te wijzen dat er tegenover de ingebruikgeving een vergoeding stond en dat een rechter de over eenkomst, op grond van de wijze waarop zij is "gebracht", wel eens als een huurovereenkomst zou kunnen interpreteren. In dat geval zouden we moei lijker komen te zitten. Dat bedoel ik te zeggen. Wethouder VAN DUN: Dat zal de rechter moeten beoordelen, als het ooit zo ver komt, en het lijkt mij niet zo zinvol er nu dieper op in te gaan. Ik kom dan aan de opmerkingen die betrekking hebben op de portefeuille jeugd en sport. Over de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2111