2114 22 DECEMBER 1981 niet van elkaar scheiden. Er is geen subsidie regeling die daarop past en we hebben bovendien in deze fase geen geld. De heer Van Dongen heeft gezegd dat een goed stuk werk dreigt te verdwijnen. Ik denk dat het zo niet hoeft te zijn, mits de B.R.O. haar eigen activiteiten naar waarde weet te schatten, inclu sief de inkomsten die zij heeft. Naar mijn mening kan men in de particuliere sector terecht. De heer Van Dongen heeft gevraagd of wij in overleg met het bestuur willen bezien wat mogelijk is, waaraan hij heeft toegevoegd dat deze zaak ge voelig ligt. Natuurlijk ligt de zaak gevoelig, maar als de B.R.O. de instelling blijft die zij nu is, hebben wij niet zo zeer tot taak haar ver vangende huisvesting aan te bieden of deze met haar te zoeken. Gezien het totale pakket aan acti viteiten die men wil blijven verrichten, heeft men voldoende mogelijkheden om zelf vervangende ruimte te zoeken. De groepen die op dit ogenblik van het B.R.O.- gebouw gebruik maken De heer DEK: Mevrouw Paulussen zegt dat er niet naar vervangende huisvesting wordt gezocht. Waarom is er in het verleden ik noem de Catha- rinastraat en de Markendaalseweg wèl voor ver vangende huisvesting gezorgd en gebeurt dat nu niet meer? Wethouder mevrouw PAULUSSEN: Omdat de groep op een gegeven moment een bepaalde uitbouw heeft gehad. Bovendien maar de heer Van Dun zal daar over meer kunnen zeggen was naar ik meen wat de Catharinastraat betreft ook nog een ander belang in het geding, namelijk de huisvesting van een se cretarie-afdeling, waarvoor ruimte nodig was. De heren Van Dongen en Oomen hebben gevraagd of het college een bemiddelende functie kan ver vullen ten aanzien van afzonderlijke groepen die op dit ogenblik een dankbaar gebruik van de ruimte

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 2114