12 FEBRUARI 1981 212 mij te laten vervoeren, is het mij diverse keren gebeurd dat nergens de telefoon werd opgenomen, zodat ik öf moest lopen, öf de trein maar moest laten schieten. Hieruit blijkt dat de voorzienin gen van het openbaar vervoer die er zijn, dikwijls geen nut hebben, omdat men geen aansluiting heeft en daardoor toch gedeeltelijk op eigen vervoer aangewezen is. Het voorstel dat ter tafel ligt, begint met de opmerking dat de Wet autovervoer personen de raad in de gelegenheid stelt regelen te stellen tot een behoorlijke uitvoering van het vervoer van personen.per taxi. Totnogtoe hebben wij daar niet zo gek veel van gemerkt en we hebben ook begrepen dat de adviescommissie die het college ten dienste moest staan, de laatste jaren door allerlei om standigheden niet zo goed heeft gefunctioneerd. In de voorgestelde verordening wordt nu bepaald dat de adviescommissie tenminste uit zes leden bestaat, waarvan twee vertegenwoordigers van de werkgevers organisaties, twee vertegenwoordigers van de werk nemersorganisaties, één politieman en één voorzit ter, die wordt geacht de belangen van de burgers te behartigen. In de eerste plaats vinden wij één persoon die de belangen van de burgers moet behar tigen, nogal weinig, maar bovendien heb ik mij ook nog laten vertellen dat de betrokkene vooral zal worden geselecteerd op basis van het criterium of hij deskundig op dit gebied is. Wij zijn van me ning dat de consument hier duidelijk aan bod zou moeten komen. Ik zou willen voorstellen maar ik wil graag eerst van de wethouder horen of hij daar moeite mee heeft of dat er andere bezwaren aan kleven de adviescommissie tenminste uit acht leden te laten bestaan, waarvan twee leden uit de raad. Eventueel zullen wij bij voldoende onder steuning in tweede termijn een daartoe strekkend amendement indienen. Raadsleden kunnen naar onze mening worden verondersteld de belangen van de burgers te behartigen en de burgers zijn de consu menten die toch een belangrijke stem in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 212