213 12 FEBRUARI 1981 kapittel zouden moeten hebben. Zou de wethouder willen aangeven of hij tegen deze gedachten be zwaar heeft en, zo ja, waarom? Wethouder VAN DUN: Wij hebben deze discussie grondig voorbereid in een niet-openbare raadsver gadering, zijnde de koffiepauze van zojuist! Me vrouw Saelman weet dus globaal wat ik ga zeggen, waarbij ik niet inga op de problematiek van te la te treinen en bussen van de B.B.A.omdat die niet alles met het aan de orde zijnde onderwerp te ma ken heeft. Ik hoop dat mevrouw Saelman 's morgens vroeg het goede nummer van een taxibedrijf heeft gedraaid. Zo links en rechts op de publieke tribu ne zit wel eens een taxi-ondernemer en. Mevrouw SAELMAN-BOELENIk heb ze allemaal gebeld! Wethouder VAN DUN.... ik krijg dan ook van diverse kanten het bericht toegeseind dat men wèl bereikbaar is, maar daar gaat het niet om. Mevrouw Saelman snijdt een nogal moeilijk probleem aan. Als de raad namelijk akkoord gaat met deze taxiverordening, is het benoemen van de leden van de adviescommissie een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Wat voor een amendement mevrouw Saelman dan zou willen indienen, weet ik niet. Zij heeft betoogd dat er in de adviescommissie vertegenwoordigers van de consumenten zouden moeten zitten, waarbij zij een gooi doet naar het opnemen van raadsleden in de commissie. Mevrouw Saelman weet dat ik er moeite mee heb als men raadsleden deel wil laten uitmaken van functionele adviescommissies van het college van burgemeester en wethouders. Ik ben bang voor een "dubbele-pet-situatie" waarbij er door de raad een beleid van het college van burgemeester en wethouders moet worden getoetst terwijl dat beleid in de advisering door dezelfde of door een aantal raadsleden is aangedragen. Ook hier lig ik geen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 213