12 FEBRUARI 1981 216 strikt formeel te allen tijde door de raad kan worden beoordeeld; daarbij is het niet van belang of het college een gedelegeerde bevoegdheid heeft, of niet. Zonder er al te lang over te willen pra ten, heb ik er wat moeite mee dat een raadslid dat te zijner tijd in de raad mede een toetsingsrecht zal hebben, wordt betrokken in functionele advise ring aan het college. Mevrouw Saelman blijkt een gooi te willen doen naar de deskundige burger die als vertegen woordiger van de consument in de commissie wordt benoemd. Op dit aspect zullen we met nadruk letten. Je zult daar geen hotemetoot moeten neerzetten die nog nooit een bus of een taxi van binnen heeft ge zien.' Daarnaast heeft mevrouw Saelman zich afge vraagd of de adviescommissie de belangen van de consument en dus de Bredase burgerij vertegenwoor digt. Ik denk dat zij bij zichzelf te rade moet gaan en zich gelukkig moet prijzen dat deze com missie slechts adviezen uitbrengt en dat er altijd nog een college van burgemeester en wethouders is dat in laatste instantie de beslissingen neemt. Naar mijn beste weten zijn althans de wethouders uit de burgerij van Breda gekozen en behartigt het college de belangen van Breda zo goed als mogelijk is. Mijn conclusie is dat ik het college en de raad ontraad het voorstel van mevrouw Saelman te volgen en het voorstel te laten liggen totdat de hier aangesneden kwestie in het college is behan deld. Ik zou het zeer op prijs stellen als de raad vanavond de taxiverordening zou vaststellen en als het college vervolgens, gebruik makend van zijn bevoegdheid en binnen de regels die in de taxiver ordening worden gesteld, de benoeming van de bur ger-consument zou kunnen verrichten, met inachtne ming van de opmerkingen van mevrouw Saelman, zon der dat ik zeg dat het per definitie een raadslid moet zijn.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 216