221
12 FEBRUARI 1981
aangelegd. In zo'n notaatje, dat wat mij betreft
maar uit één pagina hoeft te bestaan, zou met name
aandacht moeten worden geschonken aan de soort on
gelukken. De laatste tijd blijken er honderddui
zenden guldens in aanliggende fietspaden te worden
gestoken en ik wil gewoon weten of dat effect sor
teert. Er bestaan namelijk -- naar ik heb begrepen
ook bij de E.N.F.B. twijfels. Op het eerste ge
zicht ben je geneigd de aanleg van aanliggende
fietspaden als een vooruitgang te beschouwen, maar
ik wil gewoon zien of dat ook werkelijk terecht
is. Als de aanleg van aanliggende fietspaden geen
effect heeft, kunnen we het geld beter op een an
dere manier aan fietsvoorzieningen besteden.
Ik zou dus graag een toezegging willen horen
waarin een termijn wordt genoemd, en hetzelfde
geldt voor de kruising Korte Ploegstraat/Generaal
Maczekstraat. In de commissie hebben we een soort
gelijke vraag gesteld.
Wethouder VAN DUN: Ik meen dat de heer Van de
Steenoven in zijn vorige vraagstelling en in deze
twee dingen door elkaar haalt. De tweede vraag van
de heer Van de Steenoven luidt: kunnen wij door
middel van het volgen van de ongevallenstatistiek
de vinger aan de pols houden? Dat wordt gaarne
toegezegd. Als de heer Van de Steenoven daaraan
een termijn wil verbinden, moet hij niet zeggen
"over een jaar". Ik vind dat de ongevallenstatis
tiek die door de politie en de afdeling verkeer
van de dienst openbare werken wordt gefabriceerd,
jaarlijks in de commissie ruimtelijke ordening
moet worden bekeken, niet alleen op basis van aan
gebrachte fietsvoorzieningen, maar met name ook
met het oog op het effect van verkeerslichtenin
stallaties die op kruispunten zijn aangebracht. Ik
zeg dus graag toe dat we jaarlijks de ongevallen
statistiek zullen bekijken, met inachtneming van
dit specifieke geval.
In eerste termijn heeft de heer Van de Steen
oven gevraagd of ik een termijn kon noemen waarop