231 12 FEBRUARI 1981 Het initiatief tot dit project is mede uit de onderwijswereld voortgekomen. Er is een grote bereidheid tot samenwerking geweest en dat maakt het geheel eens te meer positief. Toch zou ik nog enkele vragen willen stellen. In de eerste plaats het volgende: we hebben te maken met een complex van 25 lokalen, 17+8, een sportruimte, een re creatieruimte, vergaderruimte, kortom, een heel groot complex. Als je het op de maquette bekijkt, vraag je je af hoe het nu moet met de zeer kleine kinderen die daarin gaan leven en werken. Lopen zij niet een verregaand risico van vervreemding? Sinds de jaren 'GO beschikken we over een aantal rapporten betreffende schoolgrootte, waarin steeds wordt benadrukt dat heel grote gemeenschappen van scholen op zichzelf eigenlijk geen goed effect hebben. Bij het voortgezet onderwijs kun je er in verband met pakketkeuzemogelijkheden niet onderuit, maar gezien de leeftijd van de leerlingen waar het hier om gaat, moeten we in dit geval nog eens te meer bedenken dat het gevaar voor vervreemding en unheimische gevoelens erg groot is. Ik zou graag vernemen welke opinie de wethouder op dit punt heeft. In de tweede plaats vraag ik mij af of men bij deze constructie nog wel baas in zijn eigen school is. Als zo veel verschillende groepen in delen van het gebouw hun werkzaamheden verrichten, komen dan de onderwijsbelangen niet te snel in de knel? Met andere woorden: is er sprake van een goede afscherming van de scholen, zodat zij niet worden gestoord door het buitengebeuren? Bovendien vraag ik mij af of er een goede regeling zal wor den getroffen met de beheerders, bijvoorbeeld de beheerders van de ontmoetingsruimte. Ik lees name lijk op bladzijde 6 van het voorstel dat deze ruimte zal worden verpacht. Het lijkt mij toe dat de verpachting heel zorgvuldig moet worden gere geld, wil men de belangen van de scholen niet gaan frustreren. In de derde plaats rijst de vraag of hier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 231