235 12 FEBRUARI 1981 gaat hier om specifieke scholenbouw en er zijn maar weinig aannemersbedrijven die zoiets goed aan kunnen. Er is een voordracht van drie bedrijven geweest en Wilma S.P.S. is er tenslotte uit geko men. Enig verband met de Brebo-zaak kan ik niet zien. De heer SCHURING: Men moet altijd de goede en de mogelijk kwade kanten van een zaak tegen elkaar afwegen. Ik heb de wethouder gewezen op een drie tal mogelijke gevaren. In belangrijke mate heeft hij mijn zorg weggenomen door te zeggen dat de on derwij sbe langen altijd voorop staan. Als hij het gevaar voor vervreemding niet aanwezig acht, heb ik daarbij mijn twijfels, maar al met al kan ik toch met het voorstel akkoord gaan. Mevrouw STUTTERHEIM-EDELINGIk geloof dat er bij de wethouder een misverstand bestaat ten aan zien van de bedoeling van mijn opmerking over de waterloop. We hebben daar in de commissie over ge sproken en er is ons toegezegd dat we vóór deze vergadering een notitie zouden krijgen waarin ons beter uit de doeken zou worden gedaan hoe diep de waterloop is en of het mogelijk is voorzienbare gevaren voor de kinderen te bestrijden met beplan ting. Dergelijke gevaren zijn, als je een speel terrein door een waterloop laat begrenzen, onge twijfeld aanwezig, want een kind kan al in 50 cm water verdrinken. Denkbaar is dat er bij de be planting rekening mee wordt gehouden dat de kans op een duik in de waterloop zo klein mogelijk moet zijn. Geen antwoord heb ik gekregen op mijn opmer king over de eventuele aanvullende kredieten die in de toekomst nog aan de orde zouden kunnen komen. De wethouder heeft voorts gezegd dat de sportzaal door de gemeente zal worden beheerd. Ik heb begre pen dat er een stichting of een omnivereniging zal komen die de pacht van de sportzaal gaat regelen. Misschien kan daarover duidelijkheid worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 235