239 12 FEBRUARI 1981 college, inhoudende dat een inspraakprocedure voor toekomstige bewoners van de Haagse Beemden zou worden opgestart, wordt dit voorstel aan de raad gedaan. Naar onze mening kenmerkt het college een en ander terecht als een experiment. Wij zouden hetgeen er gaat gebeuren dan ook nadrukkelijk als een experiment willen zien en wij vragen, zeker tegen de achtergrond van de huidige economische situatie, om een kritische evaluatie van dit in- spraakgebeuren in relatie tot de kosten. Alhoewel wij inspraak als een goede zaak beschouwen, treden wij inspraak bij woningbouw voor toekomstige bewo ners, ook al gezien de ervaringen in andere ge meenten, met enige reserve tegemoet. Wat gaat er gebeuren als het deel van de toekomstige bewoners dat meedoet kleiner is dan 50 a 60%, of als een aantal toekomstige bewoners voortijdig afhaakt? Inspraak moge een middel zijn om toekomstige bewo ners aan een gevoel van wijk- en buurtgebondenheid te helpen; voor wat betreft het vorm geven aan de eigen woonomgeving gaat dit alleen op voor de eer ste bewoners, terwijl de huizen toch naar wij ho pen langer dan vijftig jaar zullen blijven bestaan. Deze overweging is voor ons aanleiding om derge lijke experimenten in hun betrekkelijkheid te be naderen. Wij gaan met het voorstel akkoord, zij het met deze kritische kanttekeningen, en wij zul len graag van de bevindingen, liefst ook tussen tijds, in de commissie ruimtelijke ordening op de hoogte worden gehouden. Mevrouw SAELMAN-BOELENWij hebben wat moeite met dit voorstel. Ik wijs erop dat de kosten op de huren van de huizen zullen worden afgewenteld. Bo vendien zijn wij van mening dat deze aangelegen heid uitgebreid had moeten worden behandeld in enerzijds de commissie openbare werken en ander zijds de commissie algemene zaken, waar inspraak zaken aan de orde komen. Het voorstel is nu in twee geheel andere commissies ter tafel geweest en dat is nu precies de onduidelijkheid waar ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 239