12 FEBRUARI 1981 240 over sprak toen we het over de vaststelling van verordeningen voor de commissies hadden. Het gaat hier om een belangrijk voorstel en wij hebben de indruk dat men ook wel een goed ex periment op touw wil gaan zetten, maar het brengt zó veel kosten en zó veel onzekerheden met zich mee, dat het naar onze mening wèl in de juiste commissies zou moeten worden behandeld. Wij willen dan ook vragen waarom dat niet is gebeurd. Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Het gaat er toch van komen. Nadat wij daar jarenlang om heb ben gevraagd, komt er nu dan toch een inspraakex periment in de Haagse Beemden. Vanavond beslist de raad in feite alleen over het inschakelen van de kostendeskundigeterwijl naar onze mening eigen lijk eerst een besluit had moeten worden genomen over de opzet van het inspraakproject op zich. Niettemin kunnen wij met het voorstel wel akkoord gaan, als de wethouder zou willen toezeggen dat de betrokken commissies goed van de totale vorm op de hoogte zullen worden gehouden. Ik denk daarbij ze ker aan de commissie ruimtelijke ordening, maar ook aan de commissie sociale zaken voor wat de as pecten van woningtoewijzing betreft. De heer GARRITSEN: Over dit voorstel is nogal uitvoerig in de commissie gesproken. Het ging mij toen om de beroemde discussie in het college over de vraag: welke club gaan we kiezen? Ik heb overi gens begrepen dat in feite de woningbouwvereniging de opdrachtgever is en dat zij daarin een belang rijke stem heeft. Toch denk ik dat het college, ook in de richting van de woningbouwverenigingen, best een club voor de begeleiding van de inspraak had kunnen uitzoeken die op dat gebied wat minder benauwd denkt en handelt dan de club die is uitge zocht. Uit het ter visie gelegde overzicht blijkt duidelijk en er viel ook niets anders te ver wachten dat er is gekozen voor de club die in feite de minste inspraak realiseert, het minst uit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1981 | | pagina 240