12 FEBRUARI 1981
244
kavel van ongeveer 200 woningen te starten. Als
het om een experiment gaat, als we er nog niet
voldoende van weten en als het geld kost, dan vind
ik een start met 200 woningen van een ruimhartig
beleid getuigen. We moeten toch ook enige pruden
tie hebben en het experiment niet over de grenzen
van het mogelijke heen tillen, te meer niet omdat
de raad het moet kunnen blijven volgen.
Mevrouw MUNTJEWERFF-VAN DEN HUL: Ik heb ook
een vraag gesteld aan het adres van een andere
wethouder, namelijk de vraag over het volgen van
het experiment door de commissie sociale zaken
voor wat de aspecten van woningtoewijzing betreft.
Ik zou op die vraag graag een antwoord krijgen.
De heer GARRITSEN: Er is blijkbaar sprake van
een misverstand. Mijn opmerking was niet dat er
geografisch een ruimer, dus groter gebied had moe
ten worden gekozen, hoewel ik daarvan op zich best
voorstander zou zijn. Ik heb gezegd dat men in
plaats van de club die is aangezocht Kokon --
een andere had moeten kiezen. Het is niet zo dat
de Werkgroep 2000 alleenzaligmakend is, maar het
gaat mij erom dat men een club kiest die wat de
inspraak betreft wat ruimhartiger optreedt.
Wethouder PAULUSSENIk vind dat ik zou mogen
toezeggen dat de gang van zaken, zeker wat de wo
ningtoewijzing betreft, in de commissie sociale
zaken zal worden gevolgd. Ik heb namelijk al enige
malen overleg gepleegd met de voorzitter van de
Algemene Woningbouwvereniging, juist over de vraag,
hoe je toekomstige bewoners kunt selecteren en
welke problemen zich daarbij voordoen. Over dat
deel van het experiment wil ik graag iets zeggen,
maar ik was een beetje huiverig omdat collega Van
Dun twee commissies noemde waarin het onderwerp
volgens hem thuis hoort. Ik ben er echter nu al
bij betrokken en ik wil, als dat kan, graag de
commissie informeren.